De Prins van Oranje
Nieuwstraat 14
4461 CG Goes
Een herberg en later hotel café-restaurant die van 1771 tot 1996 gevestigd was aan de Nieuwstraat 14 te Goes.
Geschiedenis
1771
|
Anthoni Molhoek Anthoni Molhoek verzoekt in februari 1771 toestemming voor het houden van herberg in ‘de Prince’, staande in de Nieuwstraat, mitsgaders tot het oprichten van een nieuwe kolfbaan. Hij krijgt toestemming om in het huis genaamd ‘de Prince’ herberg te houden voor een jaarlijkse recognitie van £ 3. In 1776 verlies hij een kind (zeeuwengezocht [1]) - Molhoek blijft in de zaak tot 1781 . |
1781
|
Huijbertus Harinck Huijbertus Harinck Fzoon krijgt in 1781 vergunning om in ‘de Prince’ in de Nieuwstraat nummer 14 de tappersnering als herbergier te doen - hij overlijdt in 1787 (zeeuwengezocht [2]). |
1789
|
Cornelis Kodde en Bastiana de Visser In 1789 krijgt Cornelis Kodde vergunning om in het huis ‘de Prins’ aan de Nieuwstraat herberg te houden. Kodde trouwde in 1783 met Bastiana de Visser (zeeuwengezocht [3]) en aangezien hij als schipper de kost verdiende, kwam het werk voornamelijk op de schouders van Bastiana terecht. |
1795
|
Anthoni Heijkam Anthoni Heijkam krijgt in 1795 vergunning om in de herberg ‘de Prince’ aan de Nieuwstraat nummer 14 de tappersnering als herbergier te doen. |
1796
|
Jan de Joode en Gerrit de Joode Jan de Joode krijgt in april 1796 vergunning om als herbergier de tappersnering uit te oefenen in de herberg ‘de Nationale Kolfbaan’ (voorheen ‘de Prince’) aan de Nieuwstraat nummer 14 - hij staat in 1813 geregistreerd als herbergier (zeeuwengezocht [4]). In 1820 neemt zoon Gerrit de Joode (zeeuwengezocht [5]) de zaak over - hij blijft 24 jaar in de Prins van Oranje. |
1844
|
Cornelis Scheele, Jacoba Wabeke en Elisias Besuijen Cornelis Scheele neemt in 1844 de Prins van oranje over van De Joode. Wanneer hij vier jaar later overlijdt, staat hij geregistreerd als logementhouder (zeeuwengezocht [6]). Weduwe Jacoba Wabeke zet de zaak voort en wanneer ze in 1855 hertrouwt, staat ze geregistreerd als koffiehuishoudster (zeeuwengezocht [7]). Haar nieuwe echtgenoot Elisias Besuijen wordt herbergier van dienst en staat in 1858 ook zo geregistreerd (zeeuwengezocht [8]). |
1878
|
Jan Prins in januari 1878 wordt Jan Prins de nieuwe eigenaar van de Prins van Oranje - hij staat dat zelfde jaar geregistreerd als koffiehuishouder 9zeeuwengezocht [9]) - Prins blijft maar twee jaar in de zaak. |
1880
|
Hendricus Johannes Molhoek en Jakoba Donga Hendricus Johannes Molhoek neemt in 1880 de Prins van Oranje over van Prins, wanneer hij in 1894 overlijdt, staat hij geregistreerd als koffiehuishouder (zeeuwengezocht [10]). Zijn weduwe Jakoba Donga zet de zaak voort - ze staat in 1903 te boek als koffiehuishoudster (zeeuwengezocht [11]) - ze blijft tot 1909 in de zaak. |
1909
|
Cornelis Breen In 1909 wordt Cornelis (Cees) Breen de nieuwe eigenaar van de Prins van Oranje. Hij staat in 1939 geregistreerd als caféhouder (zeeuwengezocht [12]) - wanneer hij in 1945 overlijdt is hij zonder beroep (zeeuwengezocht [13]). |
1979
|
D. Breen Na een ingrijpende verbouwing welke in 1979 van de vorige eeuw werd afgerond werd de Prins van Oranje omgetoverd tot een echte schouwburg. |
|
Foto's
Meer afbeeldingen zijn te vinden op De Prins van Oranje/fotos.
Verhalen
Bijzonderheden
Anthoni Molhoek verzoekt in februari 1771 toestemming voor het houden van herberg in ‘de Prince’, staande in de Nieuwstraat, mitsgaders tot het oprichten van een nieuwe kolfbaan. Hij krijgt toestemming om in het huis genaamd ‘de Prince’ herberg te houden voor een jaarlijkse recognitie van £ 3.
In oktober 1780 geven de herbergiers en de coffyhuishouder Benjamin Hoogelande te kennen dat Leendert van de Weele, mede coffyhuishouder, sinds enige dagen zonder toestemming onder daartoe ingetekend hebbende personen in zijn huis gelagen zet en wijn schenkt. Dit is enkel aan de herbergiers, die daarvoor een recognitie betalen, toegestaan. Ze verzoeken tegen deze onbetamelijke handelwijze maatregelen te nemen. Het verzoekschrift is ondertekend door Jan de Fouw (‘de Voetboog’), Johanna Cornelia Spelle (‘de Handboog’), Maria Paret (‘de Busse’), Jan Poelman (‘de Soutkeete’ aan de Grote Markt), Antonie Molhoek (‘de Prince’ aan de Nieuwstraat), Benjamin Hoogelande (‘het Royale Coffyhuis’) en Helena Slover. Het stadsbestuur besluit de coffyhuishouder Van de Weele te verbieden aan iemand (uitgezonderd aan de leden van de al sinds enige jaren in zijn coffyhuis gehouden sociëteit) aan zijn huis wijn te schenken of enige gelagen te zetten ofschoon de wijn door enige personen bij een wijnverkoper wordt gekocht.
Huijbertus Harinck Fzoon krijgt in 1781 vergunning om in ‘de Prince’ in de Nieuwstraat nummer 14 de tappersnering als herbergier te doen.
In 1789 krijgt Cornelis Kodde vergunning om in het huis ‘de Prins’ aan de Nieuwstraat herberg te houden.
Anthoni Heijkam krijgt in 1795 vergunning om in de herberg ‘de Prince’ aan de Nieuwstraat nummer 14 de tappersnering als herbergier te doen.
Jan de Joode krijgt in april 1796 vergunning om als herbergier de tappersnering uit te oefenen in de herberg ‘de Nationale Kolfbaan’ (voorheen ‘de Prince’) aan de Nieuwstraat nummer 14. Hij zit in 1806 nog in de zaak.
Bron: http://www.historievangoes.nl
- De zoon van Hendricus Johannes Molhoek en Jakoba Donga, ook Hendricus geheten, zit later in Hotel Centraal.
Adres
Nieuwstraat 14 4461 CG Goes.
Externe links
Bronnen
- Foto's: Beeldbank Zeeland Zeeuwse Bibliotheek en Beeldbank Zeeuws Archief
- Krantenknipsels: Krantenbank Zeeland Zeeuwse Bibliotheek