Goes Dronk

In 1698 opent Tobias de Koning de herberg. Het pand was inmiddels aangekocht door het parochiebestuur met een lening van de ambachtsheer. In 1702 droeg Tobias de Koning de herberg over aan Cornelis Janse van Stee.

Cornelis Janse van Stee zou de herberg slechts een jaar exploiteren. Hij overleed in 1703.

Cornelis Michielse volgde Cornelis Janse van Stee op en bleef tot 1715 in de zaak. Hij droeg deze toen over aan Jan de Koeijer

Jan de Koeijer zou tot 1721 in de zaak blijven.

Pieternella Janse Zandee was de weduwe van Abraham de Maker en zou tot 1728 in de zaak blijven- Van de jaren 1728 tot 1749 is niets bekend.

Jacob, Claas en Geertje exploiteren de herberg (in verschillende perioden) tot 1757.

Jan van Balen zit tot 1770 in de zaak.

Gillis Noels zit tot 1773 in de zaak en draagt deze vervolgens over aan Adriaan Wiskerke.

Adriaan Wiskerke zit vermoedelijk tot 1780 in de zaak. In 1782 zet zijn weduwe de zaak voort tot 1786.

Cornelis de Boot neemt de zaak in 1788 over. Na zijn overlijden zet zijn weduwe de zaak voort, in de laatste fase met haar tweede echtgenoot.

In 1807 draagt men de zaak over aan Paulus Nijsse.

Paulus Nijsse is exploitant van het Wapen van Driewegen tot zijn overlijden in 1838.

Jan Duivenwaarde zit tot 1849 in de zaak en draagt deze vervolgens over aan Jan Zweedijk.

Jan Zeedijk zit tot 1861 in de zaak en draagt deze vervolgens over aan Joos van Houten.

Jan Zeedijk zit tot 1878 in de zaak en draagt deze vervolgens over aan Adriaan Krijger.

Adriaan Krijger draagt de zaak in 1891 over aan Cornelis van Strien.

In 1891 opent Cornelis Marinus van Strien herberg Het Wapen van Driewegen aan de Dorpstraat in Driewegen - Van Strien vertrekt in 1906 naar Het Wapen van Zeeland (2) in Kruiningen.

Per 1 mei 1906 neemt Abraham Markusse Het Wapen van Driewegen over van Van Strien. In 1918 staat Markusse te boek als herbergier (zeeuwengezocht [1]), maar drie jaar later geeft hij er de brui aan.