Goes Dronk

In 1751 krijgt Dingenis van Cruiningen vergunning voor het verkopen van bier, genever, brandewijn en andere sterke wateren in het huis, staande op de hoek van de Beestenmarkt.

In 1753 krijgt Harman van der Sluijs vergunning in zijn huis op de hoek van de Beestenmarkt, 'alwaar die nering lange jaren is gedaan'.

In 1764 krijgt Jan Blom vergunning als kroeghouder in het huis ‘de Groene Jager’ op de hoek van de Beestenmarkt - Blom zat eerder in De Meerminne.

Abraham Meitak krijgt in 1765 vergunning voor het verkopen van sterke dranken als kroeghouder in het huis ‘de Groene Jaeger’aan de Beestenmarkt.

Rond 1780 zit Adriaan Rentmeester in de Groene Jager.

Rond 1815 zit Hermanus Werri (zeeuwengezocht [1]) in logement de Groene Jager aan de Beestenmarkt 16 in Goes - hij staat in 1855 nog steeds geregistreerd als logementhouder (zeeuwengezocht [2]). Op enig moment volgt dochter Johanna Isabella Werri haar vader op in de Groene Jager - zij zet de zaak in 1887 te koop.

Cornelis Luijk koopt de Groene Jager en wanneer hij in 1908 overlijdt staat hij te boek als kastelein (zeeuwengezocht [3]). Zijn weduwe Jacomina Roozemond zet de zaak voort tot haar overlijden in 1921 (zeeuwengezocht [4]) - de erfgenamen zetten de Groene Jager te koop.

In 1921 koopt voormalig koetsier Marcus Does de Groene Jager. Hij is waarschijnlijk de laatste eigenaar - het is vooralsnog onbekend hoelang de zaak heeft bestaan, wellicht tot ca. 1930.