Goes Dronk

In 1736 krijgt Basilius de Rijke toestemming om in de schutterij van de Handboog aan de verlengde Kreukelmarkt herberg te houden en daar de tappersnering te doen.

In maart 1749 krijgt de herbergier Jacobus Paret (van de herberg in het schuttershof van de Busse toestemming om op aanstaande dinsdag, zijnde de paardenmarkt, in zijn herberg violisten toe te laten en op hun violen te laten spelen - hij overlijdt in 1800 (zeeuwengezocht [1]) . Maria Paret, wellicht de vrouw van Jacobus, zit in 1774 in de herberg. Ze staat in 1794 geregistreerd als herbergierster (zeeuwengezocht [2]) - ze overlijdt in 1813 (zeeuwengezocht [3]).

In mei 1796 mag Jacobus Verburg de tappersnering als herbergier uitoefenen in de schutterij van de Handboog aan de verlengde Kreukelmarkt - hij overlijdt twee jaar later (zeeuwengezocht [4]).

In 1806 krijgt Gerard Breker, bewonend het gebouw van de voormalige schutterij ‘de Voetboog’, nu van de directie voerende leden van de Sociëteit Van Ongenuchten Vrij, vergunning om daar herberg te houden - vijf jaar later staat hij te boek als rent(en)ier (zeeuwengezocht [5]) - Breker zat eerder in De Groote Zoutkeet.

In 1810 wordt H. Arends de uitbater van Het Schuttershof. Deze overlijdt in 1828 en wordt opgevolgd door zijn vrouw Elisabeth.

In 1828 is Elisabeth Arends kasteleines in het Schuttershof - vijf jaar later is ze particuliere (zeeuwengezocht [6]).

Caspar Bartholomeus Knieriem is in 1835 kastelein (zeeuwengezocht [7]) in het Schuttershof en dat jaar wordt hij voor de rechter gedaagd wegens bankbreuk. Hij zal niet hebben moeten zitten, want een jaar later is hij nog steeds kastelein van dienst (zeeuwengezocht [8]).

In 1843 is Willen Adriaan Anemaet kastelein in het Schuttershof - hij staat in 1862 geregistreerd als logementhouder (zeeuwengezocht [9]) in De Oude Zoutkeet aan de Grote Markt.

In 1853 is L.K. Breker kastelein in het Schuttershof - hij wordt al na een jaar opgevolgd door Johannes Koopman.

In 1854 zit Johannes Koopman als Societeithouder (zeeuwengezocht [10]) in het Schuttershof - hij zat eerder in Pas Buiten.

In 1870 is Marinus Gerardus van den Ende kastelein in het Schuttershof - hij vertrekt twee jaar later naar Hotel Zoutkeet.

Zandijck neemt in 1877 de exploitatie van Het Schuttershof, maar wordt al snel daarna ziek en overlijdt in 1881. Hendrik Jan Lijsen neemt de zaak over en stopt in juni 1884 als kastelein in het Schuttershof - hij staat dat jaar geregistreerd als kastelein (zeeuwengezocht [11]). Lijsen wordt in juli 1884 opgevolgd door Alexander Reitsma. Reitsma staat in 1889 te boek als Sociteithouder (zeeuwengezocht [12]) hij vertrekt in 1890 naar sociëteit De Vergenoeging in Middelburg. Hij wordt opgevolgd door Lourens Reitsma, wellicht zijn broer - Lourens Reitsma vertrekt in 1900 uit het Schuttershof. Daarna wordt J. Hoogesteger benoemd en opgevolgd door G.B. Koolwijk. In 1909 wordt medegedeeld dat de drank op is waarna J. Hoogesteger opnieuw voor korte tijd waarneemt.

In 1910 is Cornelis Sinke kastelein in het Schuttershof - hij is dat in 1918 nog steeds (zeeuwengezocht [13]) en blijft dat tot de Sociëteit in 1921 vertrekt uit het gebouw, waarna de gemeente verantwoordelijk is voor de exploitatie .

Louis Verwer volgt in 1921 Sinke op als kastelein in het Schutershof - hij was tegelijkertijd eigenaar van De Korenbeurs en Hotel Zoutkeet.

Jan Brandenburg wordt in 1924 kastelein in het schuttershof - hij staat dat jaar geregistreerd als melksalonhouder (zeeuwengezocht [14]). Jan Brandenburg zat in 1952 nog in het Schuttershof, want in dat jaar vierden Piet van Hese en Rie Boone er hun trouwfeest. Jan Brandenburg stopt in 1960 als exploitant van het Schuttershof - hij overlijdt in 1983 op 89-jarige leeftijd (zeeuwengezocht [15]).

In 1960 wordt het echtpaar Ward en Koos Bordui-Foudraine exploitant van het Schuttershof - Bordui overlijdt in 1983 op 60-jarige leeftijd (zeeuwengezocht [16]). In 1972 werd de sloopvergunning voor het Schuttershof afgegeven.